Historie

Geschiedenis Transportbedrijf Willem van der Endt

Terug naar de jaren ’20 en ’30

Willem van der Endt en zijn vrouw Johanna van der Endt-Dijkwel hadden zich, afkomstig uit Yerseke, via Kruiningen waar ze een winkeltje runden, uiteindelijk gevestigd in Goes. Vader Willem ging hier werken bij een zaadhandel, waarschijnlijk genaamd Serrarens.

In 1932 verhuisde het gezin vanuit de Rimmelandsstraat naar de Nieuwstraat alwaar Willem met zijn 2 zonen zich lieten inschrijven als transportfirma bij de Kamer van Koophandel.

 


De oorlogsjaren en de na-oorlogse jaren

In het oorlogsjaar 1940 werd Willem van der Endt jr. geboren en in 1941 verhuisde de familie naar de ‘s-Heer Hendrikskinderenstraat. Dit adres bestond uit een café, woonhuis, erf met paardenstallen en garage voor de vrachtauto’s. Tijdens de 2e wereldoorlog werden de vrachtauto’s gevorderd om dienst te doen in het bezettingsleger. Na deze tegenslag werd er verder gewerkt met paarden en wagens. Dat werk bestond voornamelijk uit het leeg- en vol rijden van schepen die de haven van Goes aandeden, met o.a. zand en grind. De heren vervoerden verder ook wel vee. Vader Willem raakte in die tijd ernstig gewond aan het hoofd en ledematen door de schrikreactie van een paard waarmee hij aan het werk was. Hij kwam ten val tussen de dissel en het paard en werd overreden door de wagen. Het mag een wonder heten dat de man het er levend van af bracht. Om de ellende compleet te maken werden na de auto’s ook nog eens de paarden in beslag genomen door Duitse officieren. Wat achterbleef was de haat. Het waren zware tijden voor een ieder. Waardevol om eens bij stil te staan.

Na de oorlog werden door de overheid, met geld uit een speciaal oorlogsfonds, een drietal vrachtauto’s ter beschikking gesteld aan de firma. Hoewel niet exact bekend, werd er destijds gereden met Chevrolet, Dodge en International KB7. Droom maar eens weg in het fotoalbum van deze site! na-oorlogse jarenEen bekend garagebedrijf uit die tijd, dat Amerikaanse trucks verkocht zoals Mack en International, was Van Vliet & Bak aan de Jacob Valckestraat in Goes.

Naast de oudste zonen Piet en Kees van der Endt kwamen er in die naoorlogse periode ook diverse chauffeurs en bijrijders in dienst. Nog met name bekend zijn: Piet Luyten, David Vereecke, Piet Gelok en Kees van Paasschen.

 

 

 

De eerste steen, Kloetingseweg 53 te Goes

Hoewel menig bedrijf zich in en om het centrum van Goes gevestigd had, alsmede langs het kanaal en de haven, werd de ruimte in de ‘s-Heer Hendrikskinderenstraat te beperkt. Men zocht en vond een nieuwe locatie “onder de watertoren” aan de Kloetingseweg 53 (schuin tegenover speeltuin De Tol). Hier werd op 13 november 1950 de eerste steen gelegd voor de bouw van een garage/werkplaats door Willem van der Endt jr.

 

 

Het werd een tijd van economische bloei. Dat hiervoor gewerkt en geknokt moest worden moge duidelijk zijn. Tonnen en tonnen met vracht werden dagelijks met de hand op en af de wagens gesleept om op de meest onmogelijke plekken te worden afgeleverd. Twee trappen naar beneden de kelder in met zakken van 50 kg suiker (“zet ze daar maar neer”), 25 ton pootaardappelen in losse zakken laden en lossen, zijn nu ondenkbaar, maar toen aan de orde van de dag. Het bedrijf werd nu geleid door Piet en Kees van der Endt en Jan Sinke(echtgenoot van Jannie van der Endt). Er werd o.a. gereden met de merken Krüpp, Mercedes, Pegasso, een verdwaalde Mack en waarschijnlijk nog even met een Panhard. Willem van der Endt had destijds de primeur en reed als eerste in Nederland met een Krupp Mustang.
Deze werd dan ook zeer officieel aan de heren Van der Endt afgeleverd door importeur H.Englebert te Den Haag.

De jaren van groei en bloei

Begin 1963 sloot ook de jongste zoon Willem jr. zich aan bij de firma. Ook het aantal vrachtauto’s en chauffeurs/bijrijders breidden zich uit. Tijden van lange dagen, hard werken en sleutelen aan de vrachtwagens die uiteraard niet de betrouwbaarheid van heden hadden. Er werd gereden met zakken mosselen in open laadbak (van koel/vrieswagens had nog niemand gehoord), landbouwproducten, melk, graszaad en suiker voor de Suikerfabriek in Stampersgat.

 

Tussen 1965 en 1970 werden de eerste DAF trucks aangekocht. Later kwamen er ook Volvo’s en Scania (2assers en 3assers) de werf oprijden. Er werd in die jaren veel gereden met kisten glas voor Polyglas uit Auvelais in Belgie. Ze gebruikten hiervoor open laadbak combinaties met kraan om de kisten met glas te kunnen lossen bij de klanten. Chauffeurs-legende wijlen Govert van de Moere bleek een specialist in dit werk en presteerde het volgens de verhalen om zo’n kleine 30 klanten te bevoorraden op een dag. Mede door de toename van vraag naar dubbel glas groeide de Keesje Ottefirma van der Endt uit tot een Internationaal transportbedrijf van allure met een kleine 30 vrachtautocombinaties. De vrachten bestonden verder uit landbouwproducten, natuursteen, staal, containers, bakkerijgrondstoffen en gestart werd met groupagediensten voor Gerlach Rotterdam. Eerst naar vliegveld Le Bourget en Garonor ten noorden van Parijs. Uren werden versleten met wachten, wachten en nog wat langer wachten. Triptieken, TIR-carnetten, vergunningen, douane, vrijmaken, inklaren, uitklaren, stakingen en zo kunnen we nog wel even door gaan. Geen enkele vrachtauto was voorzien van standkachel. Om zichzelf op de been te houden werd regelmatig gezocht naar de beschutting van een gezellig cafeetje met restaurant voor een welverdiende maaltijd met drankje(s). Deze goede gewoonte werd door latere generaties chauffeurs vrolijk voortgezet en zo ontstonden de welbekende chauffeursrestaurantjes langs ‘sHerenwegen.

Jaren later, als expeditiebedrijf Gerlach zich in Ittervoort(Limburg) vestigt, wordt er gereden door geheel Frankrijk en wordt er een lijndienst onderhouden met Milaan(Italië). Als retourvracht werd weer groupage of wijn geladen uit alle wijnstreken die het Franse land rijk is. Een bekend fenomeen waren de Beaujolais-Primeur campagnes waar menig chauffeur nog altijd mooie herinneringen aan heeft.

Na een ingrijpende reorganisatie eind jaren ’80 en na uittreden van Piet van der Endt, Kees van der Endt en Jan Sinke werd het bedrijf voortgezet door Willem van der Endt jr. In april 1989 werd de locatie “onder de watertoren” verkocht, na een kleine 40 jaar aldaar gevestigd te zijn geweest. Er werd verhuisd naar de huidige basis op Industrieterrein De Poel I waar een nieuwe loods met woning kwam te staan. Met Mimi van der Endt-Lievense(echtgenote van Willem van der Endt) op kantoor en met de inzet van het voltallig personeel werd er hard gewerkt om het transportbedrijf weer tot bloei te brengen. Het wagenpark vernieuwde zich daar met DAF 95, M.A.N. en Volvo. Met het intreden van de zonen van Willem: Daan, Wim en Gert-Jan van der Endt diende zich de 3e generatie Transport Willem van der Endt aan.

 

Tijdens het schrijven van deze terugblik zijn wellicht vele belangrijke zaken aan de aandacht ontsnapt of weggelaten. Het geeft een algemeen beeld weer van het transportbedrijf door de jaren heen, dat door een ieder op persoonlijke wijze zal zijn beleefd.

 

Tot slot, een woord van bewondering en respect.

Voor de gehele familie van der Endt en aanverwanten en alle vele vele medewerkers die door de jaren heen hun tomeloze inspanning hebben geleverd en waarvan er al zovelen niet meer in leven zijn,

ZONDER U WAS ER NIETS…

Auteur: D. van der Endt